Een borstvergroting is een plastische ingreep waarbij de grootte en de vorm van de borsten gecorrigeerd worden.
Het gaat dus om een uiterst persoonlijke beslissing en ingreep.
Verwachtingen, noden en wensen van de patiënte moeten duidelijk besproken worden met de chirurg om te bepalen hoe er best aan wordt tegemoetgekomen, rekening houdend met de grote diversiteit aan beschikbare maten en vormen van implantaten.
Het is eveneens belangrijk om vooraf voor elke optie de voordelen en risico’s te bespreken (waarborg, kapselvorming,…).
De prothese en de vulling
De implantaten zijn vervaardigd uit siliconen voor medische toepassingen.
De vulling die bij Be Clinic wordt aangeboden bestaat uit vaste (of cohesieve) siliconengel. Dit implantaat krijgt in staande houding een druppelvorm, omdat de siliconengel zich naar beneden verplaatst. Het brengt geen enkel lekrisico met zich mee, zelfs bij eventuele scheurtjes in het omhulsel van het implantaat.
Er bestaan ook andere vullingen op de markt, maar die worden niet gebruikt bij Be Clinic (vloeibare siliconengel, zoutoplossing, oplossing op basis van suiker of andere organische stoffen, enz.).
Om zo precies mogelijk te beantwoorden aan de vragen van de patiëntes beschikt Be Clinic over verschillende merken voor de vaste siliconenimplantaten.
Elk van die merken heeft eigen karakteristieken, waardoor het implantaat gekozen kan worden in functie van het uiterlijk van de patiënte en van het beoogde resultaat.
De volgende merken van implantaten worden bij Be Clinic aangeboden:
- - • ALLERGAN NATRELLE
- - • MENTOR
- - • MOTIVA
- - • SEBBIN
Als een persoon een implantaat wenst van een bepaald merk dat niet in bovenstaande lijst is opgenomen is het mogelijk om dat specifieke implantaat te bestellen.
Risico op kapselvorming
Met borstimplantaten kunnen natuurlijke borsten perfect nagebootst worden.
In zeer zeldzame gevallen kan het organisme echter reageren op het inbrengen van een vreemd lichaam. De borstimplantaten geven dan aanleiding tot kapselvorming, waarbij een laag bindweefsel rond het implantaat wordt gevormd.
In sommige gevallen kan dit kapsel groeien en samentrekken, zonder dat dit fenomeen kan worden uitgelegd. Dit brengt op zich geen medisch gevaar met zich mee, maar de borsten worden dan uitzonderlijk rond en hard. Er bestaat eveneens een risico op kalkafzetting. Ingeval van kapselvorming kan de patiënte de borstimplantaten laten vervangen.
Er bestaat een rechtstreeks verband tussen het risico op kapselvorming en het type en de vulling van het borstimplantaat:
- Bij gladde borstprothesen ontstaat er in 30% van de gevallen kapselvorming. Wanneer gladde borstprothesen echter onder de borstspier worden ingebracht, wordt dit risico herleid tot 7%.
- Bij ruwe borstprothesen is het risico op kapselvorming echter maar 2 à 3%, waar ze ook worden gepositioneerd.
De borstprothesen die het kleinste risico op kapselvorming met zich meebrengen zijn ruwe prothesen gevuld met vaste gel. Het is onder andere om deze reden dat Be Clinic dit type borstimplantaat de voorkeur geeft.
Vorm
De patiënte kan ook de vorm van de prothese kiezen, met name tussen een rond of een anatomisch (= druppelvormig) implantaat.
Ronde borstprothese
Deze vorm maakt het bovenste deel van de borst voller. In staande houding wordt ze druppelvormig; dit effect kan nog verstrekt worden door de prothese onder de spier te plaatsen.
Anatomische of druppelvormige borstprothese
Met deze vorm wordt het bovenste deel van de borst op natuurlijke wijze gevuld. Ze geeft dus iets minder vulling aan de bovenkant van de borst, en kan bijgevolg een natuurlijker resultaat geven, voornamelijk bij aanzienlijk borstvergrotingen. Het inbrengen van deze vorm vergt wel een grotere incisie.
Maat
Naast de vulling en de vorm van het borstimplantaat moet de patiënte ook de grootte van de prothese kiezen. Het meest natuurlijke resultaat wordt verkregen wanneer de borsten een evenwichtig geheel vormen met het lichaam.
De maat van de cup en de verhouding met de gestalte van de patiënte zijn ook factoren waar rekening mee moet worden gehouden.
Positionering
Het implantaat kan onder de borstklier of achter de borstspier geplaatst worden.
Onder de borstklier (subglandulair)
Het implantaat kan onder de borstklier worden geplaatst, met een goed resultaat indien er voor de ingreep genoeg klierweefsel aanwezig is. Als dit niet het geval is bestaat er een risico dat de bovenste rand van de prothese zichtbaar wordt.
Achter de borstspier (submusculair)
Door het borstimplantaat achter de borstspier te plaatsen wordt het bedekt door een bijkomende spierlaag. Het risico dat men de rand van de prothese kan zien is dus klein.
De spierlaag drukt op de bovenkant van het borstimplantaat: de ronde prothese wordt dan druppelvormig.
Het risico op kapselvorming is beperkt bij een submusculaire positionering.
Incisie
Borstimplantaten kunnen op drie verschillende manieren worden ingebracht: via het tepelhof, via de borstplooi of via een incisie onder de oksel. Elke plek heeft zijn voor- en nadelen.
Via het tepelhof
De incisie wordt aangebracht op het tepelhof en laat een weinig zichtbaar litteken achter. De grootte van de incisie wordt bepaald door de breedte van het tepelhof. Bijgevolg zijn aanzienlijke vergrotingen met een prothese gevuld met vaste siliconengel niet altijd mogelijk met deze methode. Deze techniek brengt een licht verhoogd infectierisico met zich mee in vergelijking met andere technieken.
Via de borstplooi
Dit is de vaakst toegepaste techniek. Alle soorten implantaten kunnen via een dergelijke incisie ingebracht worden. Aangezien het litteken zich in de plooi onder de borst bevindt is het weinig zichtbaar. Bij een nieuwe ingreep, wegens kapselvorming bijvoorbeeld, krijgt dit type incisie de voorkeur.
Via een incisie onder de oksel
Een borstvergroting kan ook via de oksel gebeuren, maar het kan gebeuren dat de borstprothesen de neiging gaan vertonen zich naar boven te verplaatsen. Daar staat tegenover dat het litteken onzichtbaar is omdat het zich niet op de borst bevindt.